Fouten voorkomen is altijd fijn, maar zeker in het geval van Google Analytics. Veel beginnende gebruikers vergeten belangrijke aanpassingen in het account te maken, waardoor de data die ze in Google Analytics zien niet zuiver is. Hierdoor trekken ze de verkeerde conclusies en maken ze de verkeerde beslissingen. Dat is natuurlijk zonde van alle tijd die je steekt in jouw online marketing strategie! Tijd om hier verandering in te brengen. In dit blog vertel ik jou hoe je de meest gemaakte fouten in Google Analytics kunt vermijden!
Tip #1. Eigen data vervuilen
Het is natuurlijk erg leuk om op je eigen website rond te kijken, maar door jouw terugkerende bezoekjes krijg je een vertekend beeld van je websitebezoekers. Dat is niet de bedoeling en gelukkig weet Google Analytics dat ook. Daarom kun je heel gemakkelijk een nieuwe weergave aanmaken waarbij je jouw eigen IP-adres uitsluit. Mocht je ooit besluiten om in zee te gaan met een marketing bureau, zorg er dan ook voor dat hun IP-adres wordt gefilterd.
Om deze weergave met een filter in te stellen, ga je naar het beheerdersmenu (tandwiel links onderin). Maak in de weergavekolom een nieuwe weergave en voeg in ditzelfde menu een filter toe. Google Analytics weet dat deze filter vaak gebruik wordt, dus hier hoef je alleen nog maar jouw IP-adres in te vullen. Tip: die vind je via https://www.watismijnip.nl/!
Tip #2. Sluit niets of niemand écht buiten
Een filter toepassen kan een grote toegevoegde waarde hebben, zoals hierboven al duidelijk werd. Toch is het belangrijk om op te passen dat je niet per ongeluk data ‘buitensluit’. Wanneer je een filter maakt in Google Analytics wordt hetgeen wat eruit gefilterd wordt, namelijk nergens meer opgeslagen. Er is geen enkele manier om deze data nog terug te krijgen als je deze toch nodig blijkt te hebben. De oplossing: maak een rauwe weergave! Door altijd één ongefilterde weergave te hebben, ben je niets definitief kwijt.
Tip #3. Meten is weten
Het gebruik van Google Analytics heeft weinig zin als je niet weet waar je precies naar moet kijken. Als de doelstelling is om meer websiteverkeer te krijgen, dan is een KPI over het aantal websitesessies waardevol. Wil je juist meer betrokkenheid van klanten, dan is kijken naar sessies niet zinvol, maar kun je kijken naar de scroll down (hoe ver iemand naar beneden scrolt) en dit combineren met de tijd die iemand doorbrengt op de pagina (time on page). Er zijn ongelofelijk veel verschillende doelstellingen en KPI’s mogelijk, dus bepaal van tevoren wat jij precies wilt bereiken. Bedenk van tevoren welke statistieken het beste passen bij de gestelde doelen en pas deze doelen bij naarmate je meer te weten komt over jouw doelgroep!
Tip #4. Deze tools gaan hand in hand
Het maken van bepaalde koppelingen tussen Google Analytics en andere tools kan nuttig zijn. Voor een beginneling is het soms lastig om te bepalen wat er allemaal mogelijk is, daarom licht ik mijn favoriete koppeling even uit:
Met behulp van Google AdWords kun je doeltreffende campagnes maken voor jouw doelgroep. Door de koppeling met Google Analytics te maken, kun je nog meer statistieken zien als het aankomt op deze campagne. Tip van mij: kijk altijd naar het bounce percentage van je landingspagina’s! Mocht deze hoog zijn (>80%) met een hele lage time on page (<5 seconde), dan zou ik eens gaan overwegen een andere landingspagina in te zetten voor je advertenties. Een andere handige toevoeging is dat je remarketinglijsten kunt aanmaken op basis van verschillende parameters. Zo kun je bijvoorbeeld een bepaalde advertentie alleen tonen aan iemand die jouw blog heeft gelezen.
Hoe je de koppeling maakt tussen deze twee tools, lees je hier!
Meer weten over de moderne B2B website? Download dan onderstaand E-book.
